Wat is mijn schema?

Bij onduidelijkheden of vastlopen is toch steeds weer de vraag, wat is mijn schema? Hoe laat moet ik opstaan? Hoelang kan ik nog slapen voordat de wekker afgaat? Dat te weten geeft rust en vertrouwen. Ook al is het midden in de nacht, dit handvat heb ik nodig om weer rustig in slaap te kunnen vallen. Mensen die geen autisme hebben schakelen zich gewoon uit in de nacht, kunnen gedachten makkelijk loslaten bedoel ik daarmee, het hoofd heeft rust. Iemand met autisme kan met vragen blijven zitten die hem of haar wakker houden. Een gedachte kan pas verwerkt worden als er duidelijkheid over is, bij vragen of onduidelijkheden blijft de gedachte actief en een druk hoofd geeft een onrustige nacht.

Ook al heb ik dingen al weken achter elkaar gedaan, met fiets en trein naar school gaan. Als ik vakantie heb gehad maakt het me weer onzeker en heb ik weer de structuur nodig. Vind ik hetzelfde als wat ik voor de vakantie deed weer spannend. Ook het leven door corona, onzekerheden op school en lesuitval waardoor het normale rooster anders wordt, geven een onderbreking van de vaste structuur. Extra handvatten en stimulans zijn nodig om de gewone dagelijkse dingen weer te gaan doen na de vakantie of na het uitvallen van lessen. Eigenlijk is het missen van een dag ritme en het missen van het normale schema lastig als je autisme hebt, je houdt ervan om alles in een vaste structuur te doen. Als je hele dagplanning weg is en je zelf maar moet weten wat je gaat doen en hoe laat je opstaat, dat is lastig. Dingen in een vaste structuur volgens een vast schema doen geeft je duidelijkheid.

Het persoonlijke schema

Het schema moet het liefst duidelijk beschreven zijn in logische stappen die overzichtelijk zijn voor mij. Het liefst wil ik de stappen die ik moet doen voor me zien, kort en bondig beschreven. Dan kan ik ze volgen en wijzen ze me de weg. Dan is er rust in mijn hoofd, dan kan ik beter handelen wat ik moet doen om op tijd te vertrekken voor school, op tijd mijn huiswerktaken af te maken of op tijd in bed te komen. Op het moment dat ik die taken uitvoer is mijn wereld klein, ik ben in opperste concentratie om mijn stappen te doen. Dan vergeet ik vaak de tijd of het doel waarom ik dit allemaal moet doen. Dus een reminder is welkom.

Zonder deze schema’s weet ik het niet zo goed wat er van mij verwacht wordt en doe ik soms maar niks omdat ik het niet weet. Als ik niks doe kom ik te laat of met heel veel stress op gang. Dat is niet fijn. Duidelijkheid zorgt dat ik met meer rust mijn dingen kan doen en dat ik ze ook kan uitvoeren. Steeds dingen op dezelfde manier doen, in dezelfde volgorde, dat geeft me structuur en voorkomt dat ik vast ga lopen. Duidelijkheid geeft ontspanning en vanuit ontspanning kan ik functioneren in het dagelijks leven.

Wat wij mensen zonder autisme vaak gewend zijn is tijdens het uitvoeren van taken nog eens lekker te praten. Gewoon een “social talk” voor gezelligheid, maar dat vindt iemand met autisme niet prettig. Hij of zij wil zich focussen op het schema. Praten leidt af van wat ze moeten doen.

Bovendien als iemand met autisme een gesprek heeft moet het gesprek over een duidelijk onderwerp gaan, de computer bijvoorbeeld of over gamen of een ander onderwerp wat interessant gevonden wordt. Niet over zomaar iets of over iets wat niet de interesse heeft. Dat is wel een verschil met mensen die geen autisme hebben, die kunnen altijd maar praten over niks. Maar voor iemand met autisme leiden praatjes af van het schema wat ze moeten doen.